De overlevingskansen van kinderen met kanker zijn gestegen, met name bij kinderen in een vergevorderd stadium van de ziekte. Tussen 2010-2015 overleefde 81% van de kinderen met kanker de eerste vijf jaar na diagnose, vergeleken met 72% in de jaren ‘90. De kans dat een kind binnen vijf jaar overleed daalde met 40%. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie, gepubliceerd aan het begin van Childhood Cancer Awareness Month, de maand waarin wereldwijd aandacht is voor kinderkanker.
Dit is een artikel van IKNL.
Onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie en IKNL analyseerden data van ruim 14.000 patiënten onder de 18 jaar bij wie tussen 1990 en 2015 kanker geconstateerd werd. Het is de eerste studie naar de ontwikkelingen in overleving en sterftecijfers van kinderkanker op nationaal niveau.
Dr.ir. Henrike Karim-Kos, hoofdonderzoeker in het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie en bij IKNL, en leider van de nieuwe studie: ‘Het is bemoedigend om te zien dat de overleving van kinderen met kanker in de lift zit, maar onze analyse onderstreept ook dat er nog een hele weg te gaan is.’
- Overlevingskansen sinds jaren ’90 sterk verbeterd: gemiddelde 5- en 10-jaarsoverleving sinds de jaren ’90 gestegen van 72% en 69% naar 81% en 78%
- Prognose van kinderen met bepaalde hersentumoren, neuroblastoom en osteosarcoom blijft achter: 5 jaar na diagnose is minder dan 70% nog in leven
- Onderzoek is en blijft essentieel voor verdere verbeteringen in overleving en kwaliteit van leven
Tussen 1990 en 2015 is de overlevingskans met zo’n 9 procentpunten gestegen, bleek uit de studie, gefinancierd door KiKa, en gepubliceerd in het vakblad European Journal of Cancer. In de periode 2010-2015 was de 5-jaarsoverleving van kinderen met kanker 81%. In 2000-2009 was dit 77% en in 1990-1999 was dit nog 72%. De 10-jaarsoverleving van kinderen met kanker steeg naar 78% in 2010-2015, van 75% in 2000-2009 en 69% in 1990-1999.
De overleving steeg ongeacht sekse of leeftijd. Bij jongeren van 15-17 jaar werd de grootste vooruitgang geboekt. Hun 5- en 10-jaarsoverleving steeg tussen 1990-1999 en 2010-2015 met respectievelijk 13 en 11 procentpunten: van 70% naar 83%, en van 67% naar 78%.
Ontwikkelingen in een hogere versnelling
Prof. dr. Rob Pieters, lid van de Raad van Bestuur van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie, kinderoncoloog en medeauteur van de studie: ‘De betere prognose komt door ontwikkelingen in de diagnose en behandeling van kinderkanker. Bijvoorbeeld door het aanpassen van de behandeling op de soort en ernst van de tumor, betere herkenning van specifieke ziektebeelden, en nieuwe chemo- en combinatietherapieën.’
Enorme vooruitgang
Uit de cijfers in de nieuwe studie blijkt dat er met name bij kinderen met tumoren in een vergevorderd stadium sterke vooruitgang was in de prognose. De kans op overleving 5 jaar na diagnose verbeterde aanzienlijk voor kinderen bij wie een Non-Hodgkin lymfoom in een vergevorderd stadium werd vastgesteld. Bij deze kinderen steeg de 5-jaarsoverleving van 68% naar 93%. Bij hoog risico neuroblastoom steeg die kans van 18% naar 41%, en bij Ewing botsarcoom van 16% naar 36%.
De enorme vooruitgang is toe te schrijven aan verbeterde diagnostiek en behandeling. Mede door deze verbeteringen was er ook een daling in de sterftecijfers te zien. Het totale aantal sterfgevallen ten gevolge van kanker daalde met 2% per jaar in de leeftijdsgroep 0-19 jaar.
Onderzoek naar betere behandelingen
Maar deze vooruitgang gold niet in dezelfde mate voor alle soorten kinderkanker, zagen de onderzoekers. Henrike Karim-Kos: ‘Met name voor kinderen met een neuroblastoom, bottumor of sommige vormen van een hersentumor is nog veel meer verbetering nodig. Onderzoek naar betere behandelingen voor deze ziektebeelden is dan ook een belangrijke prioriteit voor het Prinses Máxima Centrum.’
Niet alleen overleving, ook de kwaliteit van leven staat centraal in het Prinses Máxima Centrum, vult Rob Pieters aan. ‘Steeds meer kinderen met kanker genezen, vaak dankzij een intensief behandelingstraject. Behalve steeds effectievere behandelingen werken we dus ook aan de vermindering van bijwerkingen op de korte en lange termijn.’
Bron artikel: IKNL
Protonentherapie bij Kinderen
Vooral kinderen met kanker kunnen voordeel hebben van protonentherapie. Dit is omdat ze in de groei zijn en hun gezonde lichaamscellen extra gevoelig zijn voor straling. De meeste patiënten worden bestraald met fotonen. Fotonen geven hun dosis af in het te bestralen gebied (doelgebied), maar geven ook dosis af aan omliggende gezonde weefsels. Protonen geven hun dosis nauwkeuriger af. Hiermee zorgen protonen in vergelijking met fotonen voor een verlaging van de stralingsdosis in omliggend gezond weefsel, bij gelijkblijvende dosis in het doelgebied.