Door de coronacrisis zijn er in het voorjaar van 2020 minder kankerdiagnoses gesteld en daardoor waren er ook minder operatieve ingrepen voor kanker. Dit betrof met name week 12 tot en met 19. In de zomer en het najaar van 2020 was het aantal behandelingen voor kanker weer ongeveer op het gebruikelijke niveau. Het aantal systemische behandelingen, zoals chemotherapie en hormonale therapie vertoonde ook een daling in het voorjaar, maar die was veel kleiner dan de daling van het aantal operaties. Deze resultaten brengen DHD en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) op basis van gegevens in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ).
Dit is een artikel van het Integraal Kankercentrum Nederland.
Oncologiecommissies en raden van bestuur van ziekenhuizen hebben een rapport ontvangen met gegevens over het aantal diagnoses en de aantallen diagnostische verrichtingen en behandelingen in hun ziekenhuis voor alle kankersoorten gecombineerd en voor enkele veel voorkomende kankersoorten apart. In de overzichten worden de aantallen van het ziekenhuis vergeleken met het gemiddelde binnen het regionale oncologienetwerk waarvan het ziekenhuis deel uit maakt en het landelijke gemiddelde. Daarmee hebben ziekenhuizen cijfers over de impact van de coronacrisis op hun diagnostiek en behandelingen. Door het sneller aanleveren van gegevens over verrichtingen door de ziekenhuizen aan DHD wordt de actualiteit van de cijfers verbeterd. Over de betekenis en interpretatie van de cijfers is IKNL in gesprek met partijen en kan contact opgenomen worden via [email protected].
Kwart minder diagnoses
Tijdens de eerste coronapiek lag het aantal kankerdiagnoses in maart tot en met mei 2020 ongeveer een kwart lager dan gebruikelijk. Dit komt deels doordat mensen niet naar de huisarts gingen en/of de doorverwijzing naar ziekenhuizen was vertraagd. Daarnaast werden de bevolkingsonderzoeken naar borst- en darmkanker in het voorjaar 2020 stopgezet. Vanaf juni zijn deze gefaseerd weer opgestart. Gedurende de zomer was het aantal diagnoses weer op het gebruikelijke niveau. In het najaar was er zelfs sprake van een inhaalslag in het aantal diagnoses, waardoor de daling in het aantal kankerdiagnoses in 2020 ten opzichte van 2019 uiteindelijk beperkt is gebleven tot drie procent. De in de ziekenhuizen uitgevoerde diagnostiek bij kankerpatiënten vertoont een vergelijkbaar patroon.
Behandelingen
In verband met de covid-19-uitbraak hebben wetenschappelijke verenigingen de behandelprotocollen voor een aantal kankersoorten aangepast, zowel om de risico’s op covid-19-besmetting voor patiënten zo laag mogelijk te houden als om de druk op de zorg te verminderen. Net als het aantal diagnoses daalde in het voorjaar van 2020 ook het aantal operatieve ingrepen bij kankerpatiënten. Vanaf week 12 (eind maart) waren er de helft minder operatieve verrichtingen vergeleken met het gemiddelde van week 2 t/m 11. De daling in het aantal kankergerelateerde operaties was dus groter dan de daling van het aantal diagnoses, blijkbaar doordat operatieve ingrepen werden uitgesteld. Ook de gewijzigde behandelprotocollen spelen hierbij waarschijnlijk een rol. Mogelijk is vaker eerst een andere therapie ingezet, zoals hormoontherapie. Vanaf medio mei (week 20) is het aantal kankergerelateerde operatieve ingrepen weer gestegen en waren deze tot en met het najaar relatief stabiel.
De toepassing van hormoon- en immunotherapie is voor het totaal van alle patiënten met kanker in het voorjaar 2020 licht gedaald. Het aantal behandelingen met chemotherapie is nauwelijks veranderd en laat een vrijwel stabiel beeld door het jaar zien. Het kan zijn dat op basis van de aangepaste protocollen de dosering of het aantal giften/fracties of kuren van chemotherapie, immunotherapie, hormoontherapie en radiotherapie anders is geweest dan voor de coronacrisis. Het totaal aantal behandelingen is in de zomer en najaar van 2020 lager gebleven dan in de eerste weken van 2020, met name door een afname van het aantal operatieve verrichtingen.
Effecten van latere diagnose en behandeling
Het is nog niet te zeggen of door de vertraging in diagnostiek kanker vaker in latere stadia wordt gediagnosticeerd. Bij een diagnose in een later stadium van kanker kan een zwaardere behandeling nodig zijn en kan de kans op overleving verminderd zijn. Of de aangepaste behandelingen gevolgen hebben voor de uitkomsten is evenmin duidelijk. De gevolgen van de covid-19-epidemie op het aantal kankerdiagnoses, behandelpatronen en uiteindelijk ook de uitkomsten zal IKNL blijven monitoren, in samenwerking met PALGA en DHD, en in nauwe afstemming met de wetenschappelijke verenigingen, de partners van de landelijke Taskforce Oncologie en de Nederlandse Zorgautoriteit.
DHD en IKNL presenteren deze cijfers in opdracht van de Taskforce Oncologie. De NKR-gegevens over diagnoses zijn gebaseerd op van data van de pathologielaboratoria die zijn verkregen middels het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). De LBZ-gegevens over verrichtingen zijn geleverd door de ziekenhuizen aan DHD. De partijen in de Taskforce Oncologie zetten zich in om samen de impact van de coronacrisis voor patiënten met kanker zoveel mogelijk te beperken. De Taskforce Oncologie wordt gevormd door de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS) (die de Federatie Medisch Specialisten, FMS, vertegenwoordigt) en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).